Als de arbeidsovereenkomst van een werknemer na twee jaar door de werkgever wordt beëindigd, dan heeft de ontslagen werknemer recht op een transitievergoeding. Ook een werknemer die ziek uit dienst gaat heeft hier recht op. Dit recht heeft de werknemer ook indien hij vanwege zijn ziekte geen transitie naar een andere baan zal maken. Lange tijd bestond er onduidelijkheid over de vraag of een werknemer ook recht heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding, als hij niet zijn hele dienstverband maar slechts een gedeelte hiervan verliest. De Hoge Raad heeft op 14 september 2018 geoordeeld dat dit het geval is.
De feiten
De feiten waren als volgt. Op 22 september 1980 is de verzoekster in deze zaak als lerares in dienst getreden bij een instelling voor bijzonder voortgezet onderwijs. Zij heeft sindsdien (nagenoeg) fulltime gewerkt. In 2013 wordt zij ziek, waarna zij uiteindelijk in 2015 gedeeltelijk – namelijk voor 43,83 % – arbeidsongeschikt wordt bevonden door het UWV.
Omdat de lerares niet meer in staat was fulltime te werken, werd besloten haar te ontslaan en haar een nieuw contract aan te bieden voor een werktijdfactor van 0,55. Zij ging dus van een fulltime naar een parttime dienstverband en verloor een groot deel van haar uren. De lerares verzocht het schoolbestuur hierop haar een (gedeeltelijke) transitievergoeding te betalen. Het schoolbestuur weigerde.
De lerares was hier, begrijpelijkerwijs, niet blij mee. Het gevolg is hiervan was dat zij een lagere transitievergoeding – namelijk slechts berekend over een werktijdfactor van 0,55 – zou ontvangen wanneer op een later moment haar arbeidsovereenkomst volledig zou eindigen. Zij liep, anders gezegd, een gedeelte van de transitievergoeding mis. Dit terwijl zij wel recht zou hebben op een volledige transitievergoeding wanneer zij al haar uren zou hebben verloren.
Uiteindelijk werd de Hoge Raad de vraag voorgelegd of een werknemer die gedeeltelijk ontslagen is (wegens langdurige arbeidsongeschiktheid) recht heeft op een transitievergoeding, en zo ja, of dat dan een gehele of een gedeeltelijke transitievergoeding moet zijn.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad overwoog dat er in de wet niet is voorzien in een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Er is dan ook niet voorzien in een gedeeltelijke transitievergoeding in het geval van een vermindering van de arbeidsduur. Toch moet de mogelijkheid van een gedeeltelijk ontslag met een gedeeltelijke transitievergoeding worden aanvaard voor het bijzondere geval dat door omstandigheden gedwongen wordt overgegaan tot een vermindering van de arbeidstijd van de werknemer. Hierbij valt volgens de Hoge Raad te denken aan het geval dat het noodzakelijk is dat een gedeelte van de arbeidsuren komt te vervallen wegens bedrijfseconomische omstandigheden of wegens blijvende arbeidsongeschiktheid van de werknemer, zoals bij de lerares ook het geval was. Dit zijn omstandigheden die voor rekening van de werkgever dienen te komen. Er is dan ook geen rechtvaardiging te geven voor het mislopen door de werknemer van een gedeelte van de transitievergoeding.
De vermindering van de arbeidstijd moet wel substantieel en structureel zijn, wil er recht zijn op een gedeeltelijke transitievergoeding. Het gaat dan om een vermindering van de arbeidstijd met ten minste 20%, die naar redelijke verwachting blijvend zal zijn. Verliest iemand maar enkele uren, of wordt hij voor een korte periode teruggezet in uren, dan is geen gedeeltelijke transitievergoeding verschuldigd.
De Hoge Raad heeft met deze uitspraak het recht op een transitievergoeding uitgebreid. Wordt de arbeidsovereenkomst van een werknemer deels beëindigd, dan kan het zo zijn dat een gedeeltelijke transitievergoeding verschuldigd is. Het maakt daarbij niet uit of de vermindering van de arbeidsuren heeft plaatsgevonden door:
- een gedeeltelijke beëindiging;
- een algeheel ontslag gevolgd door een nieuwe, aangepaste arbeidsovereenkomst; dan wel
- een aanpassing van de arbeidsovereenkomst.
Worden de arbeidsuren substantieel en structureel verminderd, op welke wijze dan ook, dan kan de werknemer recht hebben op een gedeeltelijke transitievergoeding.
Karen Vermarien, rechter in opleiding, en Hian Li Ko, advocaat
(Ko@kc-advocaten.nl) (010-351 02 99)