Op 23 juli 2018 oordeelde de kantonrechter te Amsterdam dat een bezorger bij Deliveroo toch geen werknemer was.
ZZP’er of werknemer?
Het is niet altijd eenvoudig om vast te stellen of iemand werkt als ZZP’er of werknemer. Er zijn heel wat gevallen denkbaar waarbij het antwoord op deze vraag niet zonneklaar is. Een ondernemer kan wel denken een ZZP’er te hebben ingeschakeld, maar een rechter kan van oordeel zijn dat wel degelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Wat maakt het verschil?
Andere belangen
Het is goed om te bedenken dat een ondernemer en een werker tegengestelde belangen kunnen hebben bij de beantwoording van de vraag of de werker als ZZP’er of als werknemer moet worden gezien. Het kan voor een ondernemer aantrekkelijk zijn met ZZP’ers te werken. De ondernemer hoeft een ZZP’er geen vakantiegeld of loon tijdens ziekte te betalen. Hij is niet gebonden aan enig minimumloon, hoeft zich niet aan een CAO te houden en is veelal flexibeler in het beëindigen van de overeenkomst. Omgekeerd kan de werker er belang bij hebben als werknemer te worden gezien, juist vanwege al deze redenen. En daar wringt de schoen.
Hoe wordt bepaald of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht?
Simpel gezegd is er sprake van een arbeidsovereenkomst wanneer iemand gehouden is (1) persoonlijk arbeid te verrichten (2) tegen betaling van loon en (3) hij dit doet ‘in dienst van’ een werkgever. Er moet – anders gezegd – sprake zijn van een gezagsverhouding. De rechter zal moeten kijken naar wat partijen voor ogen stond toen zij de overeenkomst aangingen en naar de manier waarop zij de overeenkomst vervolgens feitelijk hebben uitgevoerd.
Wat was de bedoeling van partijen?
De werker werkte sinds 4 juni 2016 voor Deliveroo als maaltijdbezorger. Hij had oorspronkelijk een arbeidsovereenkomst getekend, die liep tot 3 februari 2018. Omdat Deliveroo geen werknemers in vaste dienst wilde nemen, werd in de arbeidsovereenkomst zelf al opgenomen dat deze niet zou worden verlengd na 3 februari 2018. Het was de werker dan ook duidelijk dat hij na deze datum op straat zou staan. Op 1 november 2017 ontvingen alle werknemers van Deliveroo een e-mail, waarin Deliveroo schreef voortaan met zelfstandigen te willen gaan werken. Deliveroo besloot haar e-mail met de mededeling: “Uiteraard kan je op elk moment besluiten om verder te gaan met Deliveroo op ons flexibele zelfstandige fee per delivery betaalmodel (…)”. De werker zag hierin een mogelijkheid te blijven werken voor Deliveroo en mailde haar daarom dat hij zijn contract graag wilde omzetten naar een zzp-contract. Hij schreef zich in bij de KvK en op 14 november 2017 sloot de werker een nieuwe overeenkomst met Deliveroo. In deze overeenkomst stond duidelijk dat partijen uitsluitend een overeenkomst van opdracht aan wilden gaan en dat zij géén arbeidsovereenkomst wilden sluiten.
De rechter overwoog dat de werker zich er gezien al deze omstandigheden van bewust was dat hij als zelfstandig ondernemer voor Deliveroo zou gaan werken. Dat hij deze overeenkomst van opdracht aanging omdat hij anders werkloos zou zijn op 3 februari 2018 deed er in dit kader niet toe. Hij had er bewust voor gekozen een overeenkomst van opdracht aan te gaan. De bedoeling van partijen was duidelijk.
Hoe is de overeenkomst uitgevoerd?
Vervolgens volgt de tweede toets. Het kan wel de bedoeling zijn geweest een overeenkomst van opdracht aan te gaan, maar uiteindelijk komt het aan op de manier waarop in de praktijk gewerkt wordt. Wijzen alle omstandigheden op een arbeidsovereenkomst, dan kan hier alsnog sprake van zijn.
Uit het vonnis van de rechter wordt duidelijk dat de werker een grote mate van vrijheid genoot bij het uitvoeren van de werkzaamheden. Hoewel de werker arbeid verrichte en loon betaald kreeg, was hij niet verplicht de arbeid persoonlijk te verrichten. Hij mocht zich vrijelijk laten vervangen door iemand anders. Dit is toch moeilijk voorstelbaar bij een (traditionele) arbeidsovereenkomst, waar de baas de werknemer zelf op kantoor verwacht en niet diens moeder of buurjongen. Verder kon de werker zelf bepalen hoe hij zijn werkzaamheden verrichtte. Deliveroo gaf hem zeer weinig tot geen instructies. Hij kon zelf de route bepalen die hij fietste en welke materialen hij gebruikte bij de bezorging, zolang deze voldeden aan de veiligheidsvoorwaarden van Deliveroo. Hij was ook niet verplicht kleding van Deliveroo te dragen en hij mocht vrijelijk bij een concurrent in dienst treden. Het was hem zelfs toegestaan bestellingen af te leveren in de kleding van een concurrent. De werker mocht verder zelf weten of en wanneer hij kwam werken. Het stond hem zelfs vrij niet op te komen dagen wanneer hij had aangegeven te zullen komen. Het kwam ook regelmatig voor dat hij bestellingen die hem waren toegewezen weigerde.
De rechter concludeerde dat er onvoldoende feiten waren waaruit een gezagsverhouding kon worden afgeleid. Deliveroo gaf dan wel (veiligheids)instructies, maar deze waren zo algemeen dat dit onvoldoende werd geacht voor een gezagsverhouding. Verder waren er wel enige consequenties wanneer de werker, ondanks een eerdere toezegging, toch niet kwam werken. Bezorgers die trouw ‘presteerden’ kregen namelijk priority access om een tijdvak in een zone te reserveren. Dit duidde wel op enig gezag, maar niet genoeg om te kunnen spreken van een arbeidsovereenkomst. Dit terwijl de overige omstandigheden er juist op wezen dat de werker een grote mate van vrijheid had en zeer weinig tot geen bemoeienis ervoer vanuit Deliveroo.
De ene bezorger is de andere niet
Al deze omstandigheden maakten dat de rechter oordeelde dat er in deze zaak sprake was van een overeenkomst van opdracht. “The devil is in the details”, en de ene bezorger is de andere niet. Hadden de feiten net anders gelegen, bijvoorbeeld doordat de werker geen opdrachten had kunnen weigeren of doordat Deliveroo strengere instructies had gegeven over bijvoorbeeld rijroutes, kleding en materialen, dan had de uitkomst anders kunnen zijn. “Het wezen gaat voor de schijn” zeggen juristen ook wel. Het gaat er niet alleen om wat er op papier staat, maar vooral ook om hoe feitelijk gehandeld wordt. Te veel bemoeienis van de opdrachtgever er er kan zomaar wel sprake zijn van een gezagsverhouding. Het is dan ook zaak je goed te laten voorlichten en te blijven bezien hoe de arbeidsverhouding vormgegeven wordt. Ko & Co Advocaten kan u hierbij helpen!
Karen Vermarien, rechter in opleiding, en Hian Li Ko, Advocaat
(Ko@kc-advocaten.nl) (010-351 02 99)