Het arbeidsrecht is behoorlijk in beweging. Met de inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid (‘WWZ’) op 1 juli 2015 werd het arbeidsrecht ingrijpend gewijzigd met onder meer als doel het ontslagrecht sneller, eerlijker en eenvoudiger te maken. De conclusie die we twee jaar later trekken is dat die doelstelling niet zonder meer is behaald. Het nieuwe kabinet wil daar verandering in brengen. Wat heeft Rutte III met het regeerakkoord van 2017 in petto voor het arbeidsrecht in Nederland?
Onderwijswerkgevers let op: zo werkt de ketenregeling bij tijdelijk onderwijspersoneel
Het ‘bijzonder onderwijs’ is een onderwijsorganisatievorm in Nederland die door anderen dan de overheid bestuurd wordt. Leraren in het bijzonder onderwijs zijn werkzaam op grond van een arbeidsovereenkomst en daarom zijn de ‘gewone’ arbeidsrechtelijke bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek van toepassing. Ook voor het onderwijspersoneel in het bijzonder onderwijs is daarom met de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) per 1 juli 2015 veel veranderd. Toch is het arbeidsrecht voor het bijzonder onderwijs net even anders, doordat er per onderwijssector een (andere) cao van toepassing is. Per 1 juli 2016 zijn zowel voor het primair als voor het voortgezet onderwijs nieuwe cao’s van kracht. In dit blog lichten wij toe wat die wijzigingen betekenen voor het aantal arbeidsovereenkomsten. We kijken naar het aantal dat voor bepaalde tijd met het onderwijspersoneel mogen worden afgesloten, voordat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. De ketenregeling is hiervan op toepassing.
We kunnen heus wel zonder VAR verklaring. Lees maar.
Sinds 1 mei 2016 worden er geen VAR-verklaringen meer afgegeven door de Belastingdienst. Door die VAR-verklaring konden freelancers en zzp-ers aan opdrachtgevers de zekerheid geven dat zij geen loonheffingen hoefden in te houden en te betalen. Met het verdwijnen van de VAR-verklaring is de opdrachtgever die zekerheid kwijt. Blijkbaar kwam het te vaak voor dat opdrachtgevers werden vrijgesteld van het inhouden en betalen van loonheffingen, terwijl feitelijk wél sprake was van een arbeidsovereenkomst.